English
Detailed Translations for overshoot from English to Dutch
overshoot: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
- shoot: schieten; vuren; afvuren; afschieten; schoten lossen; filmen; verfilmen; spruit; scheut; loot; stekje; schoot; stek; plantestekje; jonge plant; neerschieten; schieten op; jacht; jachtpartij; wildjacht; jaagpartij; takje; twijg; afknallen
overshoot:
Translation Matrix for overshoot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | go-around; wave-off |