Summary
English to Dutch: more detail...
- pantry:
-
Wiktionary:
- pantry → voorraadkamer, bijkeuken, bijkeukens, voorraadkast, spinde
- pantry → voorraadkamer, bijkeuken, reserve, voorbehoud, provisie, voorziening, magazijn, provisiekamer, provisiekast, voorraad, restrictie, bergplaats, bergruimte, bewaarplaats, opslag, opslagplaats
English
Detailed Translations for pantry from English to Dutch
pantry:
-
the pantry (larder; store; depot; warehouse)
de provisiekast
Translation Matrix for pantry:
Noun | Related Translations | Other Translations |
provisiekast | depot; larder; pantry; store; warehouse | |
- | buttery; larder |
Related Words for "pantry":
Synonyms for "pantry":
Related Definitions for "pantry":
Wiktionary Translations for pantry:
pantry
Cross Translation:
noun
pantry
-
storage room
- pantry → voorraadkamer; bijkeuken; bijkeukens; voorraadkast
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pantry | → voorraadkamer | ↔ Vorratskammer — Raum oder Aufbewahrungsort, an dem Vorräte gelagert werden, speziell Nahrungsmittelvorräte |
• pantry | → bijkeuken | ↔ office — Annexe de la cuisine |
• pantry | → reserve; voorbehoud; provisie; voorziening; magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; provisiekast; voorraad; restrictie; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; opslag; opslagplaats | ↔ réserve — action de réserver. |