Summary
English
Detailed Translations for party favour from English to Dutch
party favour: (*Using Word and Sentence Splitter)
- party: feest; partij; party; festijn; partijtje; team; ploeg; politieke partij; factie; feestje; vieren; feesten; feestvieren; celebreren; viering; ceremonie; festiviteit; feestelijkheid; groep; gezelschap; aantal personen bijeen; fuif; troep; accumulatie; samenscholing; hoop; massa; bende; menigte; horde; schare; drom
- favour: dienst; gunst; bevoordelen; begunstigen; voortrekken; voorschuiven; iemand begunstigen; begunstiging; bevoorrechting; bevoorrechten; voorrechten toekennen
party favour:
Translation Matrix for party favour:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | favor; favour; party favor |
Synonyms for "party favour":
Related Definitions for "party favour":
External Machine Translations: