Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate perkier

Translate perkier from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

perky:
- adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak
Wiktionary:
- perky → levendig, enthousiast, stevig, kaarsrecht
- perky → druk, levendig, kras, kwiek, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker, actief, bedrijvend, werkdadig, werkend, werkzaam, bedrijvig, lustig, monter, vrolijk, dapper, driest, koen, brutaal, impertinent, blij, verblijd, verheugd, blijgeestig, joviaal, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend

English

Detailed Translations for perkier from English to Dutch

perky:

perky adj

perky (smart; astute; clever; resourceful; wily; bright; sharp)
adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak
- adrem adj
- bijdehand adj
- snedig adj
- gevat adj
- raak adj

Translation Matrix for perky:

Adjective	Related Translations	Other Translations
bijdehand	astute; bright; clever; perky; resourceful; sharp; smart; wily	keen; sharp
gevat	astute; bright; clever; perky; resourceful; sharp; smart; wily	acute; biting; clever; keen; nimble; quick; sharp; sharp-minded; sharpwitted; smart
raak	astute; bright; clever; perky; resourceful; sharp; smart; wily	concise; pithy; succinct; terse
snedig	astute; bright; clever; perky; resourceful; sharp; smart; wily	acute; biting; clever; keen; nimble; quick; sharp; sharp-minded; sharpwitted; smart
-	buoyant; chirpy
Modifier	Related Translations	Other Translations
adrem	astute; bright; clever; perky; resourceful; sharp; smart; wily

Related Words for "perky":

perkiness, perkier, perkiest

Synonyms for "perky":

buoyant; chirpy; cheerful

Related Definitions for "perky":

characterized by liveliness and lightheartedness¹
- a perky little widow in her 70s¹

Wiktionary Translations for perky:

perky

adjective

lively or enthusiastic
- perky → levendig; enthousiast
standing upright; firm
- perky → stevig; kaarsrecht

Cross Translation:

From	To	Via
• perky	→ druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig	↔ actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
• perky	→ lustig; monter; vrolijk	↔ gai — Qui a de la gaité.
• perky	→ dapper; driest; koen; brutaal; impertinent	↔ hardi — Qui ose beaucoup.
• perky	→ blij; verblijd; verheugd; blijgeestig; joviaal; lustig; monter; vrolijk	↔ joyeux — Qui a de la joie, qui remplir de joie.
• perky	→ bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; levendig; druk; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker	↔ vif — Qui est en vie.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University