Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate pilfering

Translate pilfering from English to Dutch

Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. pilfer:
  2. Wiktionary:

English

Detailed Translations for pilfering from English to Dutch

pilfer:

to pilfer verb (pilfers, pilfered, pilfering)

  1. to pilfer (steal; snitch; nick; pinch; swipe)
    stelen; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; ontvreemden; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken
    • stelen verb (steel, steelt, stal, stalen, gestolen)
    • jatten verb (jat, jatte, jatten, gejat)
    • pikken verb (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • verdonkeremanen verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
    • gappen verb (gap, gapt, gapte, gapten, gegapt)
    • wegpikken verb (pik weg, pikt weg, pikte weg, pikten weg, weggepikt)
    • inpikken verb (pik in, pikt in, pikte in, pikten in, ingepikt)
    • ontvreemden verb (ontvreemd, ontvreemdt, ontvreemdde, ontvreemdden, ontvreemd)
    • wegkapen verb (kaap weg, kaapt weg, kaapte weg, kaapten weg, weggekaapt)
    • vervreemden verb (vervreemd, vervreemdt, vervreemdde, vervreemdden, vervreemd)
    • achteroverdrukken verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
  2. to pilfer (steal; expropriate; snitch; )
    stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen
    • stelen verb (steel, steelt, stal, stalen, gestolen)
    • pikken verb (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • verdonkeremanen verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
    • ontnemen verb (ontneem, ontneemt, ontnam, ontnomen, ontnomen)
    • toeëigenen verb (eigen toe, eigent toe, eigende toe, eigenden toe, toegeeigend)
    • snaaien verb (snaai, snaait, snaaide, snaaiden, gesnaaid)
    • gappen verb (gap, gapt, gapte, gapten, gegapt)
    • kapen verb (kaap, kaapt, kaapte, kaapten, gekaapt)
    • inpikken verb (pik in, pikt in, pikte in, pikten in, ingepikt)
    • roven verb (roof, rooft, roofde, roofden, geroofd)
    • ontfutselen verb (ontfutsel, ontfutselt, ontfutselde, ontfutselden, ontfutseld)
    • jatten verb (jat, jatte, jatten, gejat)
    • ontvreemden verb (ontvreemd, ontvreemdt, ontvreemdde, ontvreemdden, ontvreemd)
    • wegpikken verb (pik weg, pikt weg, pikte weg, pikten weg, weggepikt)
    • wegnemen verb (neem weg, neemt weg, nam weg, namen weg, weggenomen)
    • plunderen verb (plunder, plundert, plunderde, plunderden, geplunderd)
    • wegkapen verb (kaap weg, kaapt weg, kaapte weg, kaapten weg, weggekaapt)
    • benemen verb (beneem, beneemt, benam, benamen, benomen)
    • achteroverdrukken verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
    • afnemen verb (neem af, neemt af, nam af, namen af, afgenomen)
    • vervreemden verb (vervreemd, vervreemdt, vervreemdde, vervreemdden, vervreemd)
    • verduisteren verb (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verdonkeren verb (verdonker, verdonkert, verdonkerde, verdonkerden, verdonkerd)
    • wegpakken verb (pak weg, pakt weg, pakte weg, pakten weg, weggepakt)
    • leegstelen verb (steel leeg, steelt leeg, stal leeg, stalen leeg, leeggestolen)
  3. to pilfer (snatch; wheedle; cuddle; )
    pikken; ontfutselen; aftroggelen; inpikken; bietsen; grissen; gappen; afpakken
    • pikken verb (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • ontfutselen verb (ontfutsel, ontfutselt, ontfutselde, ontfutselden, ontfutseld)
    • aftroggelen verb (troggel af, troggelt af, troggelde af, troggelden af, afgetroggeld)
    • inpikken verb (pik in, pikt in, pikte in, pikten in, ingepikt)
    • bietsen verb (biets, bietst, bietste, bietsten, gebietst)
    • grissen verb (gris, grist, grisde, grisden, gegrist)
    • gappen verb (gap, gapt, gapte, gapten, gegapt)
    • afpakken verb (pak af, pakt af, pakte af, pakten af, afgepakt)
  4. to pilfer (snatch away; grasp; caught; )
    grissen; grijpen; jatten; snaaien; pikken; wegkapen; graaien
    • grissen verb (gris, grist, grisde, grisden, gegrist)
    • grijpen verb (grijp, grijpt, greep, grepen, gegrepen)
    • jatten verb (jat, jatte, jatten, gejat)
    • snaaien verb (snaai, snaait, snaaide, snaaiden, gesnaaid)
    • pikken verb (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • wegkapen verb (kaap weg, kaapt weg, kaapte weg, kaapten weg, weggekaapt)
    • graaien verb (graai, graait, graaide, graaiden, gegraaid)
  5. to pilfer (snatch away; steal; make off with; snatch off)
    stelen; snaaien; gappen; wegpikken; weggraaien
    • stelen verb (steel, steelt, stal, stalen, gestolen)
    • snaaien verb (snaai, snaait, snaaide, snaaiden, gesnaaid)
    • gappen verb (gap, gapt, gapte, gapten, gegapt)
    • wegpikken verb (pik weg, pikt weg, pikte weg, pikten weg, weggepikt)
    • weggraaien verb (graai weg, graait weg, graaide weg, graaiden weg, weggegraaid)

Conjugations for pilfer:

present
  1. pilfer
  2. pilfer
  3. pilfers
  4. pilfer
  5. pilfer
  6. pilfer
simple past
  1. pilfered
  2. pilfered
  3. pilfered
  4. pilfered
  5. pilfered
  6. pilfered
present perfect
  1. have pilfered
  2. have pilfered
  3. has pilfered
  4. have pilfered
  5. have pilfered
  6. have pilfered
past continuous
  1. was pilfering
  2. were pilfering
  3. was pilfering
  4. were pilfering
  5. were pilfering
  6. were pilfering
future
  1. shall pilfer
  2. will pilfer
  3. will pilfer
  4. shall pilfer
  5. will pilfer
  6. will pilfer
continuous present
  1. am pilfering
  2. are pilfering
  3. is pilfering
  4. are pilfering
  5. are pilfering
  6. are pilfering
subjunctive
  1. be pilfered
  2. be pilfered
  3. be pilfered
  4. be pilfered
  5. be pilfered
  6. be pilfered
diverse
  1. pilfer!
  2. let's pilfer!
  5. pilfered
  6. pilfering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for pilfer:

NounRelated TranslationsOther Translations
afnemen declining in force; decrease in power; decrease in strength; dust; remove; weakening; wipe off
afpakken snatching
aftroggelen cadging; obtaining by begging; pinching
bietsen cadging; cajolery; coaxing; diddling; obtaining by begging; sponging; wheedling
grijpen arrest; grab; taking
inpikken cadging; cajolery; coaxing; diddling; obtaining by begging; sponging; wheedling
ontnemen deprivation
roven crusts
stelen shafts; stems
verduisteren cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling
wegnemen amputating; amputation; removing; taking
VerbRelated TranslationsOther Translations
achteroverdrukken cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away nick; pinch; snitch; steal
afnemen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away be shortcoming; clear away; clear up; collect; come round for; curtail; decline; decrease; diminish; dust; dwindle; fetch; go down; go thieving; lessen; mark down; pick up; reduce; regress; remove; scale down; shrink; shrink away; sink; take; take along; take away; wain; waining
afpakken cadge; cajole; coax; cuddle; obtain by begging; pilfer; pinch; snatch; wheedle
aftroggelen cadge; cajole; coax; cuddle; obtain by begging; pilfer; pinch; snatch; wheedle
benemen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
bietsen cadge; cajole; coax; cuddle; obtain by begging; pilfer; pinch; snatch; wheedle
gappen cadge; cajole; coax; collar; cuddle; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; obtain by begging; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snatch away; snatch off; snitch; steal; swipe; take; take away; wheedle nick; pinch; snitch; steal
graaien catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn grabble; grope about; rummage about; rummage around
grijpen catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn capture; catch; clamp; clasp; dive in; fall to; grab; grasp; grip; seize; serve oneself; strike; take; take hold of; trap
grissen cadge; cajole; catch; caught; clasp; clutch; coax; cuddle; drag; grasp; grip; obtain by begging; pilfer; pinch; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; wheedle; yearn
inpikken cadge; cajole; coax; collar; cuddle; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; obtain by begging; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away; wheedle nick; pinch; snitch; steal
jatten cadge; catch; caught; clasp; clutch; collar; drag; expropriate; filch; go thieving; grasp; grip; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; reach; rob; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snitch; snout; steal; stick; swipe; take; take away; toil and moil; yearn nick; pinch; snitch; steal
kapen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
leegstelen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away loot
ontfutselen cadge; cajole; coax; collar; cuddle; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; obtain by begging; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away; wheedle
ontnemen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away deprive
ontvreemden cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away nick; pinch; snitch; steal
pikken cadge; cajole; catch; caught; clasp; clutch; coax; collar; cuddle; drag; expropriate; filch; go thieving; grasp; grip; make off with; nick; obtain by begging; pilfer; pinch; purloin; reach; rob; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snitch; snout; steal; stick; swipe; take; take away; toil and moil; wheedle; yearn nick; pinch; snitch; steal
plunderen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away empty; gut; loot; pillage; plunder; raid; ransack; strip bare
roven cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away loot; pillage; plunder; raid; rob; snatch
snaaien cadge; catch; caught; clasp; clutch; collar; drag; expropriate; filch; go thieving; grasp; grip; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; reach; rob; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snatch off; snitch; snout; steal; stick; swipe; take; take away; toil and moil; yearn
stelen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snatch away; snatch off; snitch; steal; swipe; take; take away nick; pinch; snitch; steal
toeëigenen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away arrogate; assume; occupate; take possession
verdonkeremanen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away nick; pinch; snitch; steal
verdonkeren cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away darken; obscure
verduisteren cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away blur; conceal; darken; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; nick; obscure; pinch; snitch; steal; suppress; veil
vervreemden cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away nick; pinch; remove; snitch; steal
weggraaien make off with; pilfer; snatch away; snatch off; steal
wegkapen cadge; catch; caught; clasp; clutch; collar; drag; expropriate; filch; go thieving; grasp; grip; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; reach; rob; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snitch; snout; steal; stick; swipe; take; take away; toil and moil; yearn nick; pinch; snitch; steal
wegnemen cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away collect; come round for; fetch; pick up; remove; take; take along; take away
wegpakken cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
wegpikken cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snatch away; snatch off; snitch; steal; swipe; take; take away nick; pinch; snitch; steal

Related Words for "pilfer":

  • pilfering, pilfered

Synonyms for "pilfer":


Wiktionary Translations for pilfer:

pilfer
verb
  1. to steal in small quantities
pilfer
verb
  1. iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0765 seconds
Page rendered in 1.0 seconds