English
Detailed Translations for playscript from English to Dutch
playscript: (*Using Word and Sentence Splitter)
- play: spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen; marge; speling; speelruimte; stuk; drama; toneelstuk; schouwspel; spel; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; bespelen; potje; gespeel; kinderspel; partijtje; wedstrijdje; stoeien; dollen; ravotten; zich uitleven; wild spelen; wild rennen; afspelen; capriool
- script: tekst; geschrevene; document; geschrift; script; geschreven stuk; schriftuur; tekstboek; handschrift
- Play: Afspelen
playscript:
Translation Matrix for playscript:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | book; script |