English
Detailed Translations for plush-like from English to Dutch
plush-like: (*Using Word and Sentence Splitter)
- plush: pluis; pluche; pluisje
- like: naar; zoals; houden van; lusten; lekker vinden; genieten; amuseren; genot hebben van; dergelijke; dergelijk; zo'n; zodanig; zulke; zoiets; dusdanig; zo een; zulk; bevallen; prettig vinden; conveniëren; zowel als; aanstaan; believen; goeddunken; in overeenstemming met; net zo; evenzo
plush-like:
Translation Matrix for plush-like:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | plushy |
Synonyms for "plush-like":
Related Definitions for "plush-like":
External Machine Translations: