Summary
English
Detailed Translations for press out from English to Dutch
press out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- press: pers; drukpers; indrukken; induwen; aanhouden; aandringen; op iets aandringen; aandrukken; vastdrukken; knellen; prenten; strak zitten; oppersen; uitgeverijen
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
press out:
Translation Matrix for press out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | crush out; express; extinguish; extract; press; stub out |