Summary
English to Dutch: more detail...
-
shipmaster:
The word shipmaster exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for shipmaster from English to Dutch
shipmaster: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ship: boot; schip; vaartuig; schuit; schuitje; scheepje; stoomschip; zenden; versturen; leveren; brengen; bezorgen; aanleveren; overhandigen; afleveren; toeleveren; verladen; laden; inladen; verschepen; bestellen; rondbrengen; thuisbezorgen; aan boord gaan; aan boord klimmen
- master: leraar; docent; instructeur; leermeester; winnen; overwinnen; verslaan; te boven komen; meerdere; baas; patroon; meester; superieur; leren; gewend raken; aanwennen; eigenmaken; leerkracht; onderwijzer; pedant; schoolmeester; leraar op basisschool; heer; heerser; machthebber; soeverein; kampioen; kapitein; schipper; maestro; scheepskapitein; magister; commandant; gezagvoerder; gildenmeester; deken van een gilde; landsheer; scheepsgezagvoerder; model