Summary
English to Dutch: more detail...
-
show-stopper:
The word show-stopper exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "showstopper":
show-stopper; stopper; act; routine; number; turn; bit
attraction; attractiveness -
Synonyms for "show-stopper":
showstopper; stopper; act; routine; number; turn; bit
attraction; attractiveness
-
Synonyms for "showstopper":
English
Detailed Translations for show-stopper from English to Dutch
show-stopper: (*Using Word and Sentence Splitter)
- show: tonen; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; presenteren; laten zien; laten blijken; getuigen van; voorstelling; show; performance; happening; vertonen; exposeren; demonstratie; aangeven; aanduiden; indiceren; iets aanwijzen; wijzen; tentoonstelling; attenderen; expositie; parade; vertoning; opvoering; staatsie; tevoorschijn brengen; openbaren; zich uiten; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen; uiterlijk vertoon; wijzen naar; uitstalling; toneelavond; tevoorschijn halen; te voorschijn halen; voor de dag halen
- stopper: stopperspil
showstopper:
Translation Matrix for showstopper:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | show-stopper; stopper |
Synonyms for "showstopper":
Related Definitions for "showstopper":
show-stopper:
Translation Matrix for show-stopper:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | showstopper; stopper |