Summary
English to Dutch: more detail...
-
sightseer:
The word sightseer exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "sightseer":
excursionist; tripper; rubberneck; tourist; tourer; holidaymaker
-
Synonyms for "sightseer":
English
Detailed Translations for sightseer from English to Dutch
sightseer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sight: uitzicht; kijk; zicht; prospect; panorama; vergezicht; vue; vizier; gezicht; gelaat; aangezicht; aanzicht; aanblik
- see: zien; kijken; onderscheiden; bekijken; opmerken; staren; aanschouwen; turen; ontwaren; voelen; merken; waarnemen; bemerken; bespeuren; gewaarworden; observeren; gadeslaan; te zien krijgen; bezichtigen; bezien; uit elkaar houden; uiteenhouden; visualiseren
sightseer:
Translation Matrix for sightseer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | excursionist; rubberneck; tripper |