Summary
English
Detailed Translations for square up from English to Dutch
square up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- square: kwadraat; carré; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; rechttoe rechtaan; onverholen
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
square up:
Translation Matrix for square up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | determine; even up; jog; settle; square; square off |