English
Detailed Translations for stone-broke from English to Dutch
stone-broke: (*Using Word and Sentence Splitter)
- stone: stenigen; steen; baksteen; pitten; ontpitten; gesteente; vruchtenpit; stenen; pit; binnenste van een vrucht; kei; rolsteen; rots; rotsblok; met stenen bekogelen
- break: breken; stukbreken; aan stukken breken; pauze; onderbreking; tussenpoos; breuk; fractuur; kapot maken; slechten; rustpauze; verpozing; rust; rusttijd; rustpoos; moeren; kapotmaken; mollen; in stukken breken; kapotbreken; uitbreken; ontsnapping; uitbraak; ontvluchting; inslaan; verbrijzelen; kapotslaan; stukslaan; aan stukken slaan; met opzet kapotmaken; lunch; middagpauze; lunchpauze; lunchtijd; schafttijd; schaftuur; kapotgaan; stukgaan; speelkwartier; onklaar raken; knakken; ingooien; lichten; licht worden; zich misdragen
- broke: blut; afgebrand; platzak
stone-broke:
Translation Matrix for stone-broke:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | broke; bust; skint; stony-broke |
Synonyms for "stone-broke":
Related Definitions for "stone-broke":
External Machine Translations: