Summary
English to Dutch: more detail...
-
subject case:
-
Wiktionary:
subject case → eerste naamval, nominatief -
Synonyms for "subject case":
nominative; nominative case; case; grammatical case
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for subject case from English to Dutch
subject case: (*Using Word and Sentence Splitter)
- subject: onderwerp; onderwerp van een zin; thema; subject; thema van een boek; onderwerpen; onder gezag brengen; studierichting; afstudeerrichting; onderdaan; schoolvak; proefpersoon
- case: zaak; geval; aangelegenheid; affaire; casus; punt; kwestie; issue; proces; procedure; rechtszaak; geding; rechtsgeding; kist; krat; naamval; lade; la; schuiflade; schuifla; probleem; vraagstuk; foedraal; kokervormig doosje; kistje; kratje; koker; etui; pennenkoker; pennendoosje; aanvraag; taak; doos; contract; behuizing; proefpersoon
subject case:
Translation Matrix for subject case:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| - | nominative; nominative case |
Synonyms for "subject case":
Antonyms for "subject case":
Related Definitions for "subject case":
Wiktionary Translations for subject case:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • subject case | → eerste naamval; nominatief | ↔ Nominativ — Linguistik/Sprachwissenschaft (im Deutschen): 1. Fall (Kasus) (Wer-Fall) |