English
Detailed Translations for to a lower place from English to Dutch
to a lower place: (*Using Word and Sentence Splitter)
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m
- A: EVERYONE; A
- a: een; eentje
- low: dieptepunt; laagtepunt; laag; niet hoog; slecht; vals; kwaadwillig; met slechte intentie; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; loeien; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; in het geniep; depressie; lage luchtdruk; laagterecord; laagstaand; laaghangend; diepterecord; emotionele crisis
- lower: verlagen; lager maken; neer laten zakken
- place: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; plek; locatie; plaats; gebied; regio; streek; gewest; oord; gouw; landstreek; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; onderbrengen; huisvesten; herbergen; onderdak geven; onderdak verschaffen; iemand onderdak verlenen; bijzetten; situeren; zich afspelen; wegleggen; hoek; stekkie; navigatieplaats
to a lower place:
Translation Matrix for to a lower place:
Adverb | Related Translations | Other Translations |
- | at a lower place; below; beneath |