English
Detailed Translations for trim down from English to Dutch
trim down: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trim: knippen; snoeien; trimmen; besnoeien; opmaken; afwerken; versieren; garneren; schotels garneren; scheren; bijknippen; een beetje knippen; kortwieken; haar kort laten knippen; inkorten; verkorten; korter maken; verfraaien; optuigen; verluchten; opsmukken; tooien; opsieren; opschikken; zich mooi maken; minimaliseren; galon; minder maken; omzoming; passement; boordsel; oplegsel; omboorden; korten; kort knippen; kort maken
- down: dons; nesthaar; beneden; af; neer; omlaag; naar beneden; onderuithalen; tekkelen; onderuit; omver; van onderen; kapok
trim down:
Translation Matrix for trim down:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | bring down; cut; cut back; cut down; reduce; trim; trim back |