English
Detailed Translations for true statement from English to Dutch
true statement: (*Using Word and Sentence Splitter)
- true: waar; precies; juist; uitgerekend; kloppend; eerlijk; open; oprecht; rechtschapen; waarachtig; werkelijk; daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; waarheidsgetrouw
- state: staat; positie; toestand; gesteldheid; conditie; land; rijk; natie; melden; informeren; meedelen; berichten; rapporteren; verslag uitbrengen; bekendmaken; afkondigen; proclameren; verkondigen; mening kenbaar maken; status
- statement: bericht; uitspraak; melding; boodschap; vermelding; bekendmaking; relaas; verwittiging; gewag; tijding; bevestiging; verklaring; toelichting; aangifte; mededeling; declaratie; opheldering; statement; uitlegging; stelling; bewering; vaststelling; constatering; rapport; proces verbaal; zin; gezegde; uitdrukking; zegswijze; frase; staat; lijst; opsomming; opnoeming; probleem; opgave; kwestie; vraagstuk; zwaarte; opgaaf; beweren; noot; aantekening; notitie; opschrijving; meningsuiting; uitlating; overzicht; instructie; bankafschrift; rekeningoverzicht; financieel overzicht
true statement:
Translation Matrix for true statement:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | truth |