English
Detailed Translations for wear round from English to Dutch
wear round: (*Using Word and Sentence Splitter)
- wear: dragen; aan hebben; verwachting; zwangerschap; dracht; uitdossing
- round: rond; sferisch; kogelrond; om; circa; omstreeks; ruwweg; plusminus; pakweg; ongeveer; omtrent; afgerond; gecompleteerd; omgang; ronde; weg; baan; afstand; traject; route; pad; etappe; tournee; baanvak; rondom; omheen; beurt; spelletje; rondje; bolvormig; kogelvormig; schijf; moot; bol; bolstaand; ringetje; ronde doen; omtrekken; manche; ringvormig
wear round:
Translation Matrix for wear round:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| - | tack |
Synonyms for "wear round":
Related Definitions for "wear round":
External Machine Translations: