Interglot - "windbags" translated from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

windbags:
- kwakzalvers; charlatans; wonderdokters; praatjesmakers; windbuilen; bluffers; opscheppers; pochers; snoevers; opsnijders
windbag:
- opschepper; blaaskaak; windbuil; snoever; bluffer; hol vat; leeg vat; ouwehoer; kletser; babbelaar; leuterkous; zwamneus; charlatan; kwakzalver; wonderdokter
Wiktionary:
- windbag → kletsmajoor, kletskous

English

Detailed Translations for windbags from English to Dutch

the windbags (charlatans; quacks; mountebanks; gasbags)
de kwakzalvers; de charlatans; de wonderdokters
- kwakzalvers [de ~] nomen, plural
- charlatans [de ~] nomen, plural
- wonderdokters [de ~] nomen, plural
the windbags (boasters; swankers; bluffers; charlatans)
de praatjesmakers; de windbuilen; de bluffers; de opscheppers; de pochers; de snoevers; de opsnijders
- praatjesmakers [de ~] nomen, plural
- windbuilen [de ~] nomen, plural
- bluffers [de ~] nomen, plural
- opscheppers [de ~] nomen, plural
- pochers [de ~] nomen, plural
- snoevers [de ~] nomen, plural
- opsnijders [de ~] nomen, plural

Noun	Related Translations	Other Translations
bluffers	bluffers; boasters; charlatans; swankers; windbags
charlatans	charlatans; gasbags; mountebanks; quacks; windbags
kwakzalvers	charlatans; gasbags; mountebanks; quacks; windbags
opscheppers	bluffers; boasters; charlatans; swankers; windbags	boaster; braggart
opsnijders	bluffers; boasters; charlatans; swankers; windbags
pochers	bluffers; boasters; charlatans; swankers; windbags
praatjesmakers	bluffers; boasters; charlatans; swankers; windbags	boaster; braggart
snoevers	bluffers; boasters; charlatans; swankers; windbags	boaster; braggart
windbuilen	bluffers; boasters; charlatans; swankers; windbags	boaster; braggart
wonderdokters	charlatans; gasbags; mountebanks; quacks; windbags

the windbag (yapper; boaster)
de opschepper; de blaaskaak; de windbuil; de snoever; de bluffer
- opschepper [de ~ (m)] nomen
- blaaskaak [de ~] nomen
- windbuil [de ~] nomen
- snoever [de ~ (m)] nomen
- bluffer [de ~ (m)] nomen
the windbag (yapper; boaster)
hol vat; leeg vat
- hol vat [znw.] nomen
- leeg vat [znw.] nomen
the windbag (gasbag; twaddler; gossip)
de ouwehoer; de kletser; de babbelaar; de leuterkous; de zwamneus
- ouwehoer [de ~ (m)] nomen
- kletser [de ~ (m)] nomen
- babbelaar [de ~ (m)] nomen
- leuterkous [de ~] nomen
- zwamneus [de ~ (m)] nomen
the windbag (quack; witch doctor; charlatan; gasbag; medical wizard; medical genius; medicine man)
de charlatan; de kwakzalver; de wonderdokter
- charlatan [de ~ (m)] nomen
- kwakzalver [de ~ (m)] nomen
- wonderdokter [de ~ (m)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
babbelaar	gasbag; gossip; twaddler; windbag	blabber; blabbermouth; butterscotch; chatterbox; chattering fool; dawdler; driveller; ginger-snap; gossip; milksop; rattle; scald-head; slowcoach; stick-in-the-mud; talkative person; talker; trifler; waffler
blaaskaak	boaster; windbag; yapper
bluffer	boaster; windbag; yapper	boaster; braggart; show-off; swaggerer; swank-pot; swanker
charlatan	charlatan; gasbag; medical genius; medical wizard; medicine man; quack; windbag; witch doctor
hol vat	boaster; windbag; yapper
kletser	gasbag; gossip; twaddler; windbag
kwakzalver	charlatan; gasbag; medical genius; medical wizard; medicine man; quack; windbag; witch doctor
leeg vat	boaster; windbag; yapper
leuterkous	gasbag; gossip; twaddler; windbag	cackle-hen; chatterbox; chattering fool; rattle; twaddler; waffler
opschepper	boaster; windbag; yapper	boaster; braggart; show-off; swaggerer; swank-pot; swanker; tinhorn
ouwehoer	gasbag; gossip; twaddler; windbag
snoever	boaster; windbag; yapper	boaster; braggart; tinhorn
windbuil	boaster; windbag; yapper	boaster; braggart
wonderdokter	charlatan; gasbag; medical genius; medical wizard; medicine man; quack; windbag; witch doctor
zwamneus	gasbag; gossip; twaddler; windbag
-	gasbag

Cross Translation:

From	To	Via
• windbag	→ kletsmajoor; kletskous	↔ Quasselstrippe — Person, die viel und gern reden