Summary
English to Dutch: more detail...
-
work shift:
The word work shift exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "work shift":
shift; duty period; hours
-
Synonyms for "work shift":
English
Detailed Translations for work shift from English to Dutch
work shift: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Work: Werk
- work: taak; inspanning; werkzaamheid; ambacht; werken; arbeiden; werk; vak; beroep; leven; optreden; handelen; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; werkzaam zijn; uit werken gaan; arbeid; job; karwei; wrochten; bezigheid; werkzaamheden; ageren
- shift: verschuiven; verzetten; vervoeren; roeren; verleggen; verschikken; disloqueren; verplaatsen; verrijden; omkeren; iets omdraaien; kenteren
work shift:
Translation Matrix for work shift:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | duty period; shift |