Interglot - "zest" translated from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

zest:
- passie; hartstocht; drift; vuur; elan; pit; gloed; vlam; krachtdadigheid; voortvarendheid; houtvuur
Wiktionary:
- zest → enthousiasme, geestdrift, uitbundigheid, animo, bedrijvigheid, drukte, opgewektheid, tierigheid, vertier, forsheid, stevigheid, stoerheid, welgedaanheid, sterkte

English

Detailed Translations for zest from English to Dutch

the zest (passion; zeal; verve; ardor; ardour)
de passie; de hartstocht; de drift; het vuur
- passie [de ~ (v)] nomen
- hartstocht [de ~ (m)] nomen
- drift [de ~] nomen
- vuur [het ~] nomen
the zest (élan; diligence; fervour; ardor; zeal; assiduity; ardour; fervor)
het elan; de pit; het vuur; de gloed; de vlam
- elan [het ~] nomen
- pit [de ~] nomen
- vuur [het ~] nomen
- gloed [de ~ (m)] nomen
- vlam [de ~] nomen
the zest (strongness; vigour; gusto; vigor)
de krachtdadigheid
- krachtdadigheid [de ~ (v)] nomen
the zest (gusto; efficacy; vigour; momentum; vigor)
de voortvarendheid
- voortvarendheid [de ~ (v)] nomen
the zest (log fire; wood fire)
het houtvuur; het vuur
- houtvuur [het ~] nomen
- vuur [het ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
drift	ardor; ardour; passion; verve; zeal; zest	ardor; ardour; cattle trail; craving; craze; current; desire; drift; drive; frenzy; impulse; instigation; instinct; lust; passion; rankness; sexual desire; urge; urging
elan	ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan
gloed	ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan	ardor; ardour; craze; fieriness; fire; gleam; glimmer; glow; glow effect; heartiness; lucidity; luminosity; outer glow; passion; radiance; shine; warmth
hartstocht	ardor; ardour; passion; verve; zeal; zest	ardor; ardour; craze; fieriness; fire; heartiness; passion
houtvuur	log fire; wood fire; zest
krachtdadigheid	gusto; strongness; vigor; vigour; zest
passie	ardor; ardour; passion; verve; zeal; zest	ardor; ardour; craze; fieriness; fire; heartiness; passion
pit	ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan	kernel; pip; pit; pith; seed; stone; wick
vlam	ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan
voortvarendheid	efficacy; gusto; momentum; vigor; vigour; zest
vuur	ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; log fire; passion; verve; wood fire; zeal; zest; élan	ardor; ardour; blaze; craze; fieriness; fire; flames; heartiness; passion
-	gusto; nip; piquance; piquancy; piquantness; relish; tang; tanginess; zestfulness
Verb	Related Translations	Other Translations
-	spice; spice up
Other	Related Translations	Other Translations
-	zeal

gusto; relish; zestfulness; enjoyment; enthusiasm
nip; piquance; piquancy; piquantness; tang; tanginess; spiciness; spice; spicery
spice; spice up; season; flavor; flavour

Cross Translation:

From	To	Via
• zest	→ enthousiasme; geestdrift; uitbundigheid	↔ enthousiasme — émotion extraordinaire de l’âme, qu’on supposer être l’effet d’une inspiration.
• zest	→ animo; bedrijvigheid; drukte; opgewektheid; tierigheid; vertier; forsheid; stevigheid; stoerheid; welgedaanheid; sterkte	↔ vigueur — Force ; plénitude ; énergie ; fougue.