Summary
English
Detailed Translations for zip up from English to Dutch
zip up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- zip: sluiting; rits; ritssluiting; gulp
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
zip up:
Translation Matrix for zip up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | zip; zipper |