Home ->Dictionaries ->Spanish/German ->Search: nieta

Spanish and German Search Results for: nieta

Summary

Spanish to German: more detail...

nieta:
- Enkelkind; Enkel; Enkelin
nieto:
- Enkelkind; Enkel
Wiktionary:
- nieta → Enkelin, Enkel
- nieta → Enkelin
- nieto → Enkel
- nieto → Enkelkind, Enkel, Enkelsohn, Enkelin

Spanish

Detailed Translations for nieta from Spanish to German

nieta:

nieta [la ~] nomen

la nieta (nieto)
der Enkelkind; der Enkel
- Enkelkind [der ~] nomen
- Enkel [der ~] nomen
la nieta
die Enkelin
- Enkelin [die ~] nomen

Translation Matrix for nieta:

Noun	Related Translations	Other Translations
Enkel	nieta; nieto	descendiente del secundario; nieto
Enkelin	nieta
Enkelkind	nieta; nieto

Related Words for "nieta":

nieto

Wiktionary Translations for nieta:

nieta

noun

weibliches Kind von Sohn oder Tochter (Kindes-Kind)
- Enkelin → nieta
(männliches) Kind des eigenen Sohnes oder der eigenen Tochter
- Enkel → nieto; nieta

Cross Translation:

From	To	Via
• nieta	→ Enkelin	↔ granddaughter — daughter of someone’s child
• nieta	→ Enkelin	↔ kleindochter — een dochter van iemands kind, een vrouwelijk kleinkind
• nieta	→ Enkelin	↔ petite-fille — fille de l’enfant d’une personne.

nieta form of nieto:

nieto [el ~] nomen

el nieto (nieta)
der Enkelkind; der Enkel
- Enkelkind [der ~] nomen
- Enkel [der ~] nomen
el nieto
der Enkel
- Enkel [der ~] nomen

Translation Matrix for nieto:

Noun	Related Translations	Other Translations
Enkel	nieta; nieto	descendiente del secundario
Enkelkind	nieta; nieto

Related Words for "nieto":

nietos, nieta, nietas

Wiktionary Translations for nieto:

nieto

noun

(männliches) Kind des eigenen Sohnes oder der eigenen Tochter
- Enkel → nieto; nieta

Cross Translation:

From	To	Via
• nieto	→ Enkelkind	↔ grandchild — child of someone’s child
• nieto	→ Enkel; Enkelsohn	↔ grandson — son of one's child
• nieto	→ Enkelkind	↔ kleinzoon — een zoon van iemands kind, een mannelijk kleinkind
• nieto	→ Enkelkind; Enkelin; Enkel	↔ kleinkind — het kind van iemands kind
• nieto	→ Enkel	↔ petit-fils — fils du fils ou de la fille d'une personne.