Spanish
Detailed Translations for futulidad from Spanish to Dutch
futulidad:
-
la futulidad (nadería; bagatela; tontería; cosita; friolera; nimiedad; fruslería; insignificancia)
de futiliteit; de kleinigheid; onbelangrijk iets; de bagatel; het dingetje; de peulenschil; het niemendalletje; het wissewasje
Translation Matrix for futulidad:
External Machine Translations: