Interglot - "gala" translated from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

gala:
- gala; groot bal; galabal; bal; gelegenheidskleding; staatsiekleding; hofbal
Wiktionary:
- gala → Gallische
- gala → pomp, luister, praal, pracht, vertoon, corso, parade, pralerij, pracht en praal

Spanish

Detailed Translations for gala from Spanish to Dutch

la gala
het gala; groot bal
- gala [het ~] nomen
- groot bal [znw.] nomen
la gala (baile de gala)
het gala; het galabal; het bal
- gala [het ~] nomen
- galabal [het ~] nomen
- bal [het ~] nomen
la gala (traje de etiqueta)
de gelegenheidskleding
- gelegenheidskleding [de ~ (v)] nomen
la gala (traje de etiqueta)
het gala; staatsiekleding
- gala [het ~] nomen
- staatsiekleding [znw.] nomen
la gala (baile de Palacio)
het gala; hofbal
- gala [het ~] nomen
- hofbal [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
bal	baile de gala; gala	balón; bola; bollo; pelota
gala	baile de Palacio; baile de gala; gala; traje de etiqueta	gala de la corte; traje de corte
galabal	baile de gala; gala
gelegenheidskleding	gala; traje de etiqueta
groot bal	gala
hofbal	baile de Palacio; gala
staatsiekleding	gala; traje de etiqueta

gala

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• gala	→ pomp; luister; praal; pracht; vertoon; corso; parade; pralerij; pracht en praal	↔ pompe — cortège solennel, déploiement de fastes, appareil magnifique, somptueux.