Interglot - protector: Spanish and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

protector:
- beschermer; wie beschermt; toque; mecenas; beschermheer; wakker; die wakker is; patrones; weldoener
- beschermend; behoedend; beveiligend
Wiktionary:
- protector → beschermer, sponsor
- protector → beschermer, beschermheer, behoeder, begunstiger

Spanish

Detailed Translations for protector from Spanish to Dutch

el protector
de beschermer; wie beschermt
- beschermer [de ~ (m)] nomen
- wie beschermt [znw.] nomen
el protector
de toque
- toque [de ~] nomen
el protector (protectora; benefactor; bienhechor; bienhechora)
de mecenas; de beschermheer
- mecenas [de ~ (m)] nomen
- beschermheer [de ~ (m)] nomen
el protector (guarda)
wakker; die wakker is
- wakker [znw.] nomen
- die wakker is [znw.] nomen
el protector (benefactor; protectora; bienhechor; bienhechora)
de patrones
- patrones [de ~ (v)] nomen
el protector (benefactor; bienhechora; protectora; bienhechor)
de weldoener
- weldoener [de ~ (m)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
beschermer	protector
beschermheer	benefactor; bienhechor; bienhechora; protector; protectora
die wakker is	guarda; protector
mecenas	benefactor; bienhechor; bienhechora; protector; protectora
patrones	benefactor; bienhechor; bienhechora; protector; protectora
toque	protector
wakker	guarda; protector
weldoener	benefactor; bienhechor; bienhechora; protector; protectora
wie beschermt	protector
Adjective	Related Translations	Other Translations
wakker		alegre; alerta; alerto; despejado; despierto
Modifier	Related Translations	Other Translations
behoedend	protector
beschermend	protector
beveiligend	protector

protector

noun

iets of iemand die iets of iemand anders probeert te behoeden voor nadeel
- beschermer → protector
een persoon of organisatie die iets, doorgaans financieel, steunt (in ruil voor publiciteit)
- sponsor → fiador; patrocinador; protector

Cross Translation:

From	To	Via
• protector	→ beschermer; beschermheer; behoeder	↔ protector — someone who protects or guards
• protector	→ begunstiger	↔ protecteur — Celui, celle qui protéger.