Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
hacer una cura:
-
Wiktionary:
hacer una cura → afrossen, roskammen, een verband omleggen, verzorgen van een wond, verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for hacer una cura from Spanish to Dutch
hacer una cura: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hacer: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; uitspoken; uithalen; losmaken; uittrekken; tornen; loskrijgen; lostornen; neerleggen; formeren; onderuit halen
- unir: onderling verbinden; van verband voorzien; verbinden; koppelen; koppeling; paren; bundelen; samenvoegen; combineren; bijeen voegen; doorverbinden; bijeenhouden; bij elkaar houden; panorama maken
- cura: herder; monnik; broeder; predikant; pastor; kloosterling; frater; verkondiger; zielzorger
- curar: genezen; cureren; gezond maken
- curarse: genezen; cureren; gezond maken; beteren; leven beteren
Wiktionary Translations for hacer una cura:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hacer una cura | → afrossen; roskammen; een verband omleggen; verzorgen van een wond; verbinden; zwachtelen; inzwachtelen; omzwachtelen | ↔ panser — Soigner une plaie, une blessure, lui faire un pansement. |