Spanish
Detailed Translations for si mayor from Spanish to Dutch
si mayor: (*Using Word and Sentence Splitter)
- si: als; indien; mits; of; in zover
- sí: ja; inderdaad; jawel; jazeker; wel; jawoord; zichzelf; zich; voorwaar
- mayor: groot; grootste; oudste; senior; nestor; hoger; groter; hogere; ouder; breed; uit de kluiten gewassen; oudere; majoor; oudste van een groep personen; enorm; aanzienlijk; behoorlijk; flink; heel erg; fors; grotere; beduidend; reuze; aanmerkelijk; in zeer hoge mate