Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
casa de correos:
-
Wiktionary:
casa de correos → postkantoor, posterij
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for casa de correos from Spanish to Dutch
casa de correos: (*Using Word and Sentence Splitter)
- casa: huis; perceel; verblijf; thuis; woning; residentie; woonhuis; gebouw; pand; bouwwerk; bedrijf; familie; onderneming; concern; stamhuis; bouwsel; geslacht; dynastie
- casar: trouwen; huwen; in het huwelijk treden; zich in de echt verbinden; zich verbinden
- casarse: trouwen; huwen; in het huwelijk treden; zich in de echt verbinden; uithuwelijken; zich verbinden; ten huwelijk geven; wegschenken; uithuwen
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- Correos: posterijen
- correo: ophaaldienst; bodedienst
- correrse: vervagen; vervloeien; in elkaar overlopen; verlaten; verdwijnen; heengaan; wegtrekken; afreizen; wegreizen
Wiktionary Translations for casa de correos:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• casa de correos | → postkantoor; posterij | ↔ post office — place |