Spanish
Detailed Translations for antepagar from Spanish to Dutch
antepagar: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ante: om; vanwege; wegens; suède; overstaan; in aanwezigheid van
- pagar: voldoen; betalen; dokken; uitgeven; besteden; spenderen; verrekenen; afrekenen; vereffenen; afbetalen; bekostigen; belonen; honoreren; bezoldigen; salariëren; lonen; schenken; gieten; uitstorten; neerleggen; overschrijven; overboeken; uitbetalen; geld overmaken; onderuit halen; overzenden; ophoesten; voor de dag komen met; toewijzen; storten; toekennen; gunnen; uitkeren; deponeren; toebedelen; boeten; iets toekennen
- pagaré: obligatie; schuldbrief; promesse
Spelling Suggestions for: antepagar
Wiktionary Translations for antepagar:
antepagar
verb
-
iets van tevoren betalen
External Machine Translations: