Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
paranormal:
-
Wiktionary:
paranormal → paranormaal
paranormal → paranormaal
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for paranormal from Spanish to Dutch
paranormal: (*Using Word and Sentence Splitter)
- para: voor; daarvoor; ervoor; naar; toe; naar toe; ertoe
- normal: gewoon; normaal; gemeen; gebruikelijk; gangbaar; regelmatig; geregeld; regulier; doodgewoon; op vaste tijden
- Normal: Normaal
- parar: opgeven; staken; uitscheiden; ermee uitscheiden; verblijven; stoppen; afsluiten; eindigen; beëindigen; ophouden; een einde maken aan; tegenhouden; remmen; stopzetten; halt houden; tot staan brengen; tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; afzetten; stilzetten; tot stilstand brengen; afwenden; afwentelen; afzeggen; afvallen; afzien van; afhaken; weghouden; eruitstappen; weren; spieken; afweren; afkijken; pareren; ergens zijn; zich ophouden; doen stoppen
- parir: bevallen; voortbrengen; baren; ter wereld brengen; jongen; werpen; kweken; fokken; opfokken; jongen krijgen; kalven; kalveren werpen
- pararse: inhouden; stoppen; stilstaan; blijven staan; stilhouden; halt houden; tegenhouden; ophouden; remmen; stopzetten; halthouden; tot staan brengen; stil staan; tot stilstand komen
Wiktionary Translations for paranormal:
paranormal
Cross Translation:
adjective
-
betrekking hebbend op wat niet met de normale zintuigen waargenomen wordt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• paranormal | → paranormaal | ↔ paranormal — ensemble de sujets non explicables par la science. |