Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: auge

Spanish and Dutch Search Results for: auge

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

auge:
- bloeitijd; hoogtij; hoogtijdagen; glansperiode; glorietijd
Wiktionary:
- auge → hoogtijdagen, bloeitijd, vlucht, het opvliegen, de bloei (fig.)

Spanish

Detailed Translations for auge from Spanish to Dutch

auge:

auge [el ~] nomen

el auge (floración; días grandes; flor; apogeo; días de fiesta; Siglo de Oro)
de bloeitijd; het hoogtij; de hoogtijdagen; de glansperiode; de glorietijd
- bloeitijd [de ~ (m)] nomen
- hoogtij [het ~] nomen
- hoogtijdagen [de ~] nomen, plural
- glansperiode [de ~ (v)] nomen
- glorietijd [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for auge:

Noun	Related Translations	Other Translations
bloeitijd	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración	edad de oro; floración
glansperiode	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
glorietijd	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
hoogtij	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
hoogtijdagen	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración

Related Words for "auge":

auges

Synonyms for "auge":

boga; moda; actualidad; novedad; aceptación; fama; popularidad
boom; expansión; prosperidad; esplendor; éxito
triunfo

Wiktionary Translations for auge:

Cross Translation:

From	To	Via
• auge	→ hoogtijdagen; bloeitijd	↔ heyday — a period of success, popularity or power
• auge	→ vlucht; het opvliegen; de bloei (fig.)	↔ essor — action de l’oiseau qui s’élance pour prendre son vol.