Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. kit:
  2. Wiktionary:
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. kit:
  2. kitten:
  3. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for kit from Spanish to Dutch

kit:


Translation Matrix for kit:

NounRelated TranslationsOther Translations
kit cola; cola de pegar; cubo del carbón; pegamento
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
kit artículo de kit; kit
kitartikel artículo de kit; kit

Wiktionary Translations for kit:


Cross Translation:
FromToVia
kit set kit — equipment



Dutch

Detailed Translations for kit from Dutch to Spanish

kit:

kit [de ~] nomen

  1. de kit (kolenkit; kolenemmer; kolenbak)
  2. de kit (lijm; kleefstof; plak; plaksel)
    la cola de pegar; la cola; el pegamento

Translation Matrix for kit:

NounRelated TranslationsOther Translations
cola kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel aaneenschakeling; gelid; reeks; rij; serie; wachtrij
cola de pegar kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel
cubo del carbón kit; kolenbak; kolenemmer; kolenkit
pegamento kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel bar; café; hokje; hol; hol van een dier; kleefmiddel; kleefpasta; knijp; kroeg; leger; lokaliteit; plakmiddel; schuilplaats; tapperij; taveerne
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
artículo de kit kit; kitartikel
kit kit; kitartikel

Related Words for "kit":


Wiktionary Translations for kit:


Cross Translation:
FromToVia
kit milico pig — derogatory slang for police officer

kitten:

kitten verb (kit, kitte, kitten, gekit)

  1. kitten
    encolar; pegar

Conjugations for kitten:

o.t.t.
  1. kit
  2. kit
  3. kit
  4. kitten
  5. kitten
  6. kitten
o.v.t.
  1. kitte
  2. kitte
  3. kitte
  4. kitten
  5. kitten
  6. kitten
v.t.t.
  1. heb gekit
  2. hebt gekit
  3. heeft gekit
  4. hebben gekit
  5. hebben gekit
  6. hebben gekit
v.v.t.
  1. had gekit
  2. had gekit
  3. had gekit
  4. hadden gekit
  5. hadden gekit
  6. hadden gekit
o.t.t.t.
  1. zal kitten
  2. zult kitten
  3. zal kitten
  4. zullen kitten
  5. zullen kitten
  6. zullen kitten
o.v.t.t.
  1. zou kitten
  2. zou kitten
  3. zou kitten
  4. zouden kitten
  5. zouden kitten
  6. zouden kitten
en verder
  1. is gekit
diversen
  1. kit!
  2. kit!
  3. gekit
  4. kittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kitten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
encolar kitten aan elkaar kleven; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; klitten; lijmen; plakken; vastlijmen; vastplakken
pegar kitten aan elkaar bevestigen; aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aaneen plakken; aaneenplakken; aanhechten; aankleven; aanlijmen; afbedelen; afranselen; beplakken; beroeren; bevestigen; bonken; hameren; hechten; heien; iemand raken; iemand toetakelen; iemand treffen; iets vastkleven; inplakken; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; raken; rammen; samenplakken; slaan; treffen; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastmaken; vastplakken

Related Words for "kitten":


Wiktionary Translations for kitten:


Cross Translation:
FromToVia
kitten enmasillar; calafatear caulk — to seal joints with caulk
kitten gatito; minino; gatita kitten — A young cat
kitten gatito chaton — Petit chat