Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: incumbir

Spanish and Dutch Search Results for: incumbir

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

incumbir:
- Wiktionary:
  incumbir → aangaan
  incumbir → blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien, aangaan, betreffen, gelden, raken
- Synonyms for "incumbir":
  atañer; corresponder; concernir; pertenecer; tocar; importar; interesar; afectar; aludir; referir; hacer referencia

Spanish

Detailed Translations for incumbir from Spanish to Dutch

Spelling Suggestions for: incumbir

incubar; incumplir; incluir; incumple; incumpla; incumplo; inculpar; inscribir; inculcar; incumplió

incumbir:

Synonyms for "incumbir":

atañer; corresponder; concernir; pertenecer; tocar; importar; interesar; afectar; aludir; referir; hacer referencia

Wiktionary Translations for incumbir:

incumbir

verb

betreffen
- aangaan → incumbir

Cross Translation:

From	To	Via
• incumbir	→ blikken; kijken; bekijken; kijken naar; schouwen; toekijken; toezien; aangaan; betreffen; gelden; raken	↔ regarder — voir, observer

External Machine Translations: