Interglot - asegurador: Spanish and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

asegurador:
- verzekeraar; assuradeur
Wiktionary:
- asegurador → assuradeur, verzekeraar
- asegurador → assuradeur, verzekeraar, verzekeringsagent

Spanish

Detailed Translations for asegurador from Spanish to Dutch

el asegurador
de verzekeraar; de assuradeur
- verzekeraar [de ~ (m)] nomen
- assuradeur [de ~ (m)] nomen

asegurador

noun

een onderneming die verzekeringen afsluit
- assuradeur → asegurador
een bedrijf dat tegen betaling van een premie een bepaald risico voor een klant dekt
- verzekeraar → asegurador

Cross Translation:

From	To	Via
• asegurador	→ assuradeur; verzekeraar; verzekeringsagent	↔ assureur — Personne qui assure un dommage, un risque.