Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
a gusto:
-
Wiktionary:
a gusto → gemak -
Synonyms for "a gusto":
ad líbitum; a voluntad
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for a gusto from Spanish to Dutch
a gusto: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: EVERYONE; A
- a: aan; naar; toe; naar toe; om; vanwege; wegens; bij; erbij; erop; ongeveer; omtrent; ertoe; te
- atracarse: invreten; inbijten; opeten; vreten; opvreten; onbeschoft eten; binnenkrijgen; opslokken; zwelgen
- gustar: houden van; lusten; lekker vinden; genieten; amuseren; genot hebben van; bevallen; gelieven; aanstaan; plezieren; behagen; proeven; smaken; prettig vinden; conveniëren; bekoren; believen; goeddunken; voorproeven
- gusto: lol; gein; plezier; vreugde; blijdschap; voorkeur; keuze; smaak; voorliefde; keet; jolijt; pret; leut; jool; genoegen; genot; lust; drift; wellust; smaakwaarneming; tevredenheid; content; cadeautje; liefhebberij; aardigheid; leukheid; vrolijkheid; blijheid; opgewektheid; blijmoedigheid; netheid; tijdverdrijf; schik; ordelijkheid; welgevallen; seksuele begeerte; uitgelatenheid; keurigheid; hupsheid; lustigheid; onberispelijkheid
a gusto:
Synonyms for "a gusto":
Wiktionary Translations for a gusto:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• a gusto | → gemak | ↔ à l’aise — commodément, facilement, sans peine. |