Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
si tan solo:
-
Wiktionary:
si tan solo → was het maar zo dat, hebben, maar
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for si tan solo from Spanish to Dutch
si tan solo: (*Using Word and Sentence Splitter)
- si: als; indien; mits; of; in zover
- sí: ja; inderdaad; jawel; jazeker; wel; jawoord; zichzelf; zich; voorwaar
- tan: dergelijke; dergelijk; zo'n; zodanig; zulke; zoiets; dusdanig; zo een; zulk
- solo: een; eentje; solo; alleenzang; enkel; single; enkelvoudig; apart; onafhankelijk; gescheiden; afzonderlijk; vrijstaand; alleenstaand; op zich; separaat; op zichzelf; losstaand; op zichzelf staand; vereenzaamd; solopartij; solozang; solospel; solodeel
- soléo: kuitspier
- sólo: enkel; slechts; alleen maar; verlaten; eenzaam; afgezonderd; desolaat; louter; nog maar; enkelvoudig; vereenzaamd
Wiktionary Translations for si tan solo:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• si tan solo | → was het maar zo dat; hebben; maar | ↔ I wish — I would very much like that to be so, even though it is unlikely. |
• si tan solo | → was het maar zo dat; maar; hebben | ↔ if only — signifies a wish |