Spanish
Detailed Translations for bocabajo from Spanish to Dutch
bocabajo: (*Using Word and Sentence Splitter)
- boca: mond; bek; muil; smoel; waffel; smoelwerk; monding; tater; grote mond hebben; brutaal zijn
- bajo: klein; van geringe afmeting; slecht; zwak; minderwaardig; ondermaats; inferieur; ondeugdelijk; tweederangs; laag; laaghartig; onedel; laag-bij-de-grond; onder; arm; pover; berooid; niet boven; armetierig; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; niet hoog; bas; contrabas; vals; boosaardig; schurkachtig; boefachtig; laaghangend; ploertig; grof; plat; ordinair; vulgair; platvloers; lomp; banaal; triviaal; vunzig; schunnig; zandbank; zandplaat; in het geniep; zandschol
- bajío: wad; zandbank; zandplaat; zandschol
Wiktionary Translations for bocabajo:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bocabajo | → hals over kop | ↔ cul par-dessus tête — En culbuter, à la renverse, à l’envers. |