Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: viga

Spanish and Dutch Search Results for: viga

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

viga:
- balk; latei; steunbalk; ligger; stutbalk; draagbalk; schuinse steunbalk; schoorbalk; schraagbalk; dakbint
vigía:
- wacht; wachter; schildwacht; wake; waak
- waarnemingspost; uitkijkpost; wachttorens
Wiktionary:
- viga → balk
- viga → balk, dakbalk, onderlegger, ribbe

Spanish

Detailed Translations for viga from Spanish to Dutch

viga:

viga [la ~] nomen

la viga (barra; travesaño)
de balk
- balk [de ~ (m)] nomen
la viga (viga transversal; trabón; viga maestra)
de latei; de steunbalk; de ligger; de stutbalk; de draagbalk
- latei [de ~] nomen
- steunbalk [de ~ (m)] nomen
- ligger [de ~ (m)] nomen
- stutbalk [de ~ (m)] nomen
- draagbalk [de ~ (m)] nomen
la viga (puntal; viga maestra)
de steunbalk; de stutbalk; schuinse steunbalk; de schoorbalk
- steunbalk [de ~ (m)] nomen
- stutbalk [de ~ (m)] nomen
- schuinse steunbalk [znw.] nomen
- schoorbalk [de ~ (m)] nomen
la viga
de schraagbalk
- schraagbalk [de ~ (m)] nomen
la viga (cabrio)
dakbint
- dakbint [znw.] nomen

Translation Matrix for viga:

Noun	Related Translations	Other Translations
balk	barra; travesaño; viga
dakbint	cabrio; viga
draagbalk	trabón; viga; viga maestra; viga transversal
latei	trabón; viga; viga maestra; viga transversal
ligger	trabón; viga; viga maestra; viga transversal
schoorbalk	puntal; viga; viga maestra
schraagbalk	viga
schuinse steunbalk	puntal; viga; viga maestra
steunbalk	puntal; trabón; viga; viga maestra; viga transversal
stutbalk	puntal; trabón; viga; viga maestra; viga transversal

Related Words for "viga":

vigas

Synonyms for "viga":

blinda; bastidor; soporte
jamba; sostén; puntal; poste
larguero; travesaño; vara; barrote; palo; tabla; madero; apoyo; barra; barreta; palitroque; varilla

Wiktionary Translations for viga:

viga

noun

(bouwkunde) een ruimteoverspannend constructie-element waarvan de lengte vele malen groter is dan de breedte en de hoogte in doorsnede
- balk → viga

Cross Translation:

From	To	Via
• viga	→ balk	↔ beam — large piece of timber or iron
• viga	→ dakbalk; balk	↔ timber — beam used to support a roof
• viga	→ balk; onderlegger; ribbe	↔ poutre — pièce de bois de forme allongée, servir dans les constructions à supporter une charpente ou un parquet.

vigía:

vigía [el ~] nomen

el vigía (centinela; guardia; guarda; vigilante)
de wacht; de wachter; de schildwacht
- wacht [de ~ (m)] nomen
- wachter [de ~ (m)] nomen
- schildwacht [de ~ (m)] nomen
el vigía (guarda; velación; guardia; vigilancia; guardián; puesto de guardia)
de wake; de waak
- wake [de ~] nomen
- waak [de ~] nomen

vigía [la ~] nomen

la vigía (atalaya; observatorio)
de waarnemingspost; de uitkijkpost
- waarnemingspost [de ~ (m)] nomen
- uitkijkpost [de ~ (m)] nomen
la vigía (atalayas; garita)
de wachttorens
- wachttorens [de ~] nomen, plural

Translation Matrix for vigía:

Noun	Related Translations	Other Translations
schildwacht	centinela; guarda; guardia; vigilante; vigía
uitkijkpost	atalaya; observatorio; vigía
waak	guarda; guardia; guardián; puesto de guardia; velación; vigilancia; vigía
waarnemingspost	atalaya; observatorio; vigía
wacht	centinela; guarda; guardia; vigilante; vigía	carcelero; centinela; conserje; guarda; guardia; guardián; portero; portezuela; vigilante
wachter	centinela; guarda; guardia; vigilante; vigía	carcelero; centinela; guardia
wachttorens	atalayas; garita; vigía
wake	guarda; guardia; guardián; puesto de guardia; velación; vigilancia; vigía

Synonyms for "vigía":

atalaya; centinela; vigilante; observador; torrero

Related Translations for viga