Interglot - calificación: Spanish and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

calificación:
- cijfer; schoolcijfer; kwalificatie; waardering; beoordeling; klassement; klassering
Wiktionary:
- calificación → kwalificatie
- calificación → score, punt

Spanish

Detailed Translations for calificación from Spanish to Dutch

la calificación (número)
het cijfer; schoolcijfer
- cijfer [het ~] nomen
- schoolcijfer [znw.] nomen
la calificación
de kwalificatie
- kwalificatie [de ~ (v)] nomen
la calificación
de waardering
- waardering [de ~ (v)] nomen
la calificación (evaluación; apreciación; crítica; juicio; dictamen; recensión)
de beoordeling
- beoordeling [de ~ (v)] nomen
la calificación (clasificación; puntuación)
het klassement; de klassering
- klassement [het ~] nomen
- klassering [de ~ (v)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
beoordeling	apreciación; calificación; crítica; dictamen; evaluación; juicio; recensión
cijfer	calificación; número	cifra; nota; número
klassement	calificación; clasificación; puntuación
klassering	calificación; clasificación; puntuación
kwalificatie	calificación	calificador
schoolcijfer	calificación; número
waardering	calificación	aprecio; estima; respeto

calificación

noun

toekenning van een eigenschap of titel
- kwalificatie → calificación; cualificación

Cross Translation:

From	To	Via
• calificación	→ score; punt	↔ mark — academic score