Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
precedir:
-
Wiktionary:
precedir → opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen, voorgaan, voorlopen, avanceren, in rang opklimmen, overgaan, oprukken, promotie maken, voorafgaan, voor zijn, voorwaarts gaan
-
Wiktionary:
Spanish
Suggestions for precedir in Spanish
Spelling Suggestions for: precedir
Wiktionary Translations for precedir:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• precedir | → opschieten; veld winnen; vlotten; vooruitgaan; vorderen; voorgaan; voorlopen; avanceren; in rang opklimmen; overgaan; oprukken; promotie maken; voorafgaan; voor zijn; voorwaarts gaan | ↔ avancer — pousser en avant, porter en avant. |
External Machine Translations:
Dutch