Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: prefijo

Spanish and Dutch Search Results for: prefijo

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

prefijo:
- voorvoegsel; kengetal; kencijfer; netnummer
Wiktionary:
- prefijo → kengetal, prefix, voorvoegsel
- prefijo → voorvoegsel, prefix

Spanish

Detailed Translations for prefijo from Spanish to Dutch

prefijo:

prefijo [el ~] nomen

el prefijo
het voorvoegsel
- voorvoegsel [het ~] nomen
el prefijo (código; indicativo)
het kengetal; kencijfer
- kengetal [het ~] nomen
- kencijfer [znw.] nomen
el prefijo (indicativo)
het netnummer
- netnummer [het ~] nomen

Translation Matrix for prefijo:

Noun	Related Translations	Other Translations
kencijfer	código; indicativo; prefijo
kengetal	código; indicativo; prefijo	ratio
netnummer	indicativo; prefijo	código de área; formato de número nacional
voorvoegsel	prefijo

Wiktionary Translations for prefijo:

prefijo

noun

een netnummer bij telefonie
- kengetal → indicativo; indicativo telefónico; prefijo; prefijo telefónico; código de área
een gebonden morfeem dat voor een ander woord geplaatst wordt om iets aan de betekenis toe te voegen
- prefix; voorvoegsel → prefijo

Cross Translation:

From	To	Via
• prefijo	→ voorvoegsel	↔ Präfix — Linguistik: ein Affix, also ein grammatisches Morphem, das vor dem Wortstamm steht
• prefijo	→ voorvoegsel; prefix	↔ prefix — letters at the beginning of a word
• prefijo	→ voorvoegsel	↔ préfixe — Élément lexical