Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: espina

Spanish and Dutch Search Results for: espina

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

espina:
- doorn; stekel
Wiktionary:
- espina → doorn, ruggengraat, wervelkolom, stekel
- espina → graat, stekel, doorn, visgraat, bergkam, kam, hanekam, nok, vorst, rib, ribbe, scherpe rand

Spanish

Detailed Translations for espina from Spanish to Dutch

espina:

espina [la ~] nomen

la espina (púa)
de doorn; de stekel
- doorn [de ~ (m)] nomen
- stekel [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for espina:

Noun	Related Translations	Other Translations
doorn	espina; púa
stekel	espina; púa

Synonyms for "espina":

Wiktionary Translations for espina:

espina

noun

scherp uitsteeksel aan een plant
- doorn → espina
anatomie|nld zuil gevormd door de wervel gelegen in de rug, die de enige steun van het hoofd en de romp uitmaakt en waarin het ruggenmerg zit
- ruggengraat; wervelkolom → espina; columna vertebral
een langwerpig, scherp stukje van bijvoorbeeld een plant of dier
- stekel → espina; púa

Cross Translation:

From	To	Via
• espina	→ graat	↔ fishbone — bone of a fish
• espina	→ stekel; doorn	↔ spine — rigid, pointed surface protuberance or needle-like structure on an animal, shell, or plant
• espina	→ doorn	↔ thorn — sharp protective spine of a plant
• espina	→ graat; visgraat; bergkam; kam; hanekam; nok; vorst; rib; ribbe; scherpe rand	↔ arête — À trier
• espina	→ doorn	↔ épine — (botanique) branche, feuille, stipule ou partie de feuille transformée en un organe allongé et piquant.

Related Translations for espina