Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
claro:
- vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard; zonder twijfel; bijgevolg; onontkomelijk; zeker; dus; logisch; allicht; 'tuurlijk; duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk; zo klaar als een klontje; flagrant; zonneklaar; licht; niet donker; begrepen; onbewolkt; klaar; verstaanbaar; schoon; kuis; rein; net; werkelijk; echt; heus; aanschouwelijk; oprecht; open; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; openhartig; vrijelijk; vrijuit; overzichtelijk; inzichtelijk; begrijpelijk; bevattelijk; klare; verhelderend; puur; zuiver; onvermengd; onmiskenbaar; herkenbaar; bleek; pips; recht door zee; regelrecht; direct; rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onverbloemd; onversneden; slim; scherpzinnig; gevat; schrander; uitgeslapen; snedig; eenduidig; ondubbelzinnig; blank; ongelakt; bevatbaar; lumineus; lichtgevend; klinkklaar; gewoonweg; rechttoe; algemeen begrijpbaar; doorzien; doorgrond; zuivere; pure
- helderheid; lichtsterkte; klaarheid
-
Wiktionary:
- clara → eiwit
- claro → aanschouwelijk
- claro → duidelijk, helder, klaar, licht
- claro → duidelijk, klaar, ogenschijnlijk, efficiënt, helder, fel, doorzichtig, doorschijnend, onbewolkt, wolkenloos, en of, inderdaad, licht, natuurlijk, tuurlijk, jawel, sereen, schoon, netjes, hel, lichtend, uitgesproken, zuiver
Spanish
Detailed Translations for clara from Spanish to Dutch
claro:
-
claro (claro está; por supuesto; naturalmente; claro que; desde luego; evidente; claro que si; sin duda; sin ninguna duda; obvio; después de todo; decididamente; de todas maneras; efectivamente; claro que no; de todos modos; en el fondo; natural; en realidad)
vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard; zonder twijfel; bijgevolg; onontkomelijk; zeker; dus; logisch; allicht; 'tuurlijk-
vanzelfsprekend adj
-
natuurlijk adj
-
uiteraard adv
-
zonder twijfel adj
-
bijgevolg adv
-
onontkomelijk adj
-
zeker adj
-
dus adj
-
logisch adj
-
allicht adv
-
-
claro (más claro que el agua; obvio; evidente; inequívoco)
-
claro (más claro que el agua; obvio; evidente; inequívoco)
zo klaar als een klontje; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zonneklaar-
duidelijk adj
-
flagrant adj
-
overduidelijk adj
-
zonneklaar adj
-
claro (luminoso; ligero; leve; fácil)
-
claro (entendido; comprendido)
-
claro (sin nubes; despejado)
-
claro (audible; entendible; inequívoco; perceptible)
-
claro (casto; limpio; cuidado; puro; honesto; inmaculado; púdico; justo; pulcro)
-
claro (cierto que sí; realmente; de verdad; cierto que; claro que sí)
-
claro (evidente)
-
claro (sin rodeos; sincero; abierto; franco; abiertamente; sin trabas; sin ambages; claramente; francamente; con franqueza; sin reserva)
oprecht; open; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; openhartig; vrijelijk; vrijuit-
oprecht adj
-
open adj
-
onomwonden adj
-
onbewimpeld adj
-
ronduit adv
-
onverholen adj
-
vrij adj
-
openhartig adj
-
vrijelijk adv
-
vrijuit adv
-
-
claro (clarificativo; fácil de abarcar; transparente; despejado; lúcido; resplandeciente)
-
claro (comprensible; inteligible)
inzichtelijk; begrijpelijk; duidelijk; helder; bevattelijk-
inzichtelijk adj
-
begrijpelijk adj
-
duidelijk adj
-
helder adj
-
bevattelijk adj
-
-
claro
-
claro (clarificativo; transparente; sonoro; diáfano; lúcido; despejado; resplandeciente; cristalino)
-
claro (puro; francamente; natural; correcto; auténtico; genuino; verdadero; neto; verdaderamente; sencillamente)
-
claro (audible; identificable; comprensible; innegable; reconocible; manifiesto; indudable; entendible)
-
claro (lívido; sin color; blanco; pálido; deslucido; incoloro; descolorido; muy usado)
-
claro (directo; evidente; recto; manifiesto; inequívoco; derecho)
duidelijk; recht door zee; regelrecht; direct-
duidelijk adj
-
recht door zee adj
-
regelrecht adj
-
direct adj
-
-
claro (abiertamente; abierto; directamente; claramente; francamente; sin reserva; con franqueza)
rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen-
openlijk adj
-
cru adj
-
onomwonden adj
-
onverbloemd adj
-
onverholen adj
-
claro (puro; limpio; correcto; neto; no adulterado)
-
claro (agudo; mañoso; cortante; hermoso; listo; perito; ingenioso; talentoso; habilidoso; bonito; preciso; apretado; ducho; acre; sagaz; versado; rácano; bello; atractivo; áspero; inteligente; oportuno; penoso; doloroso; ajustado; puntiagudo; punzante; buen mozo; de buen ver)
slim; scherpzinnig; gevat; schrander; uitgeslapen; snedig-
slim adj
-
scherpzinnig adj
-
gevat adj
-
schrander adj
-
uitgeslapen adj
-
snedig adj
-
-
claro (unívoco; inequívoco; explícito; innegable; evidente; obvio; manifiesto; indudable; indiscutible; ostensible; incuestionable)
-
claro (blanco; puro; desnudo; pálido; incoloro; sin pintar)
-
claro (comprensible; evidente; inteligible)
-
claro (luminoso; diáfano; fosforescente; brillante; transparente; cristalino)
-
claro (francamente; verdadero; puro; realmente; verdaderamente; sencillamente; legítimo)
-
claro (inteligible; evidente; comprensible; inequívoco)
-
claro (obvio; evidente; ostensible)
-
claro (puro; limpio)
-
el claro (intensidad luminosa; luz; lámpara; iluminación; claridad; transparencia; lumbre; abertura máxima del diafragma)
Translation Matrix for claro:
Related Words for "claro":
Synonyms for "claro":
Wiktionary Translations for claro:
claro
Cross Translation:
adverb
-
helder voorgesteld.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• claro | → duidelijk; klaar; ogenschijnlijk | ↔ apparent — clear |
• claro | → efficiënt; klaar; duidelijk | ↔ articulate — clear, effective |
• claro | → helder; fel | ↔ bright — visually dazzling, luminous, radiant |
• claro | → doorzichtig; klaar; doorschijnend | ↔ clear — transparent in colour |
• claro | → klaar; helder | ↔ clear — bright, not obscured |
• claro | → helder; onbewolkt; wolkenloos | ↔ clear — without clouds |
• claro | → duidelijk | ↔ clear — free of ambiguity or doubt |
• claro | → en of; inderdaad | ↔ indeed — indication of agreement |
• claro | → licht | ↔ light — pale in colour |
• claro | → natuurlijk; tuurlijk | ↔ of course — naturally |
• claro | → duidelijk | ↔ deutlich — wahrnehmbar durch die Sinne |
• claro | → jawel | ↔ jawohl — drückt unbedingte Zustimmung aus |
• claro | → sereen | ↔ klar — ungetrübt |
• claro | → schoon | ↔ sauber — nicht verschmutzt, frei von Unrat |
• claro | → netjes | ↔ sauber — den formalen, inhaltlichen Anforderungen gemäß |
• claro | → klaar; hel; helder; licht; lichtend; duidelijk; uitgesproken; zuiver | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |