Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: autonomía

Spanish and Dutch Search Results for: autonomía

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

autonomía:
- onafhankelijkheid; zelfstandigheid; autonomie; zelfbestuur
Wiktionary:
- autonomía → autonomie, afstand, zelfbestuur

Spanish

Detailed Translations for autonomía from Spanish to Dutch

autonomía:

autonomía [la ~] nomen

la autonomía
de onafhankelijkheid; de zelfstandigheid
- onafhankelijkheid [de ~ (v)] nomen
- zelfstandigheid [de ~ (v)] nomen
la autonomía
de autonomie
- autonomie [de ~ (v)] nomen
la autonomía (autogestión; autogobierno)
het zelfbestuur
- zelfbestuur [het ~] nomen

Translation Matrix for autonomía:

Noun	Related Translations	Other Translations
autonomie	autonomía
onafhankelijkheid	autonomía
zelfbestuur	autogestión; autogobierno; autonomía
zelfstandigheid	autonomía

Related Words for "autonomía":

autonomías

Synonyms for "autonomía":

libertad; albedrío; voluntad; autodeterminación; arbitrio; decisión; autogobierno
independencia; liberación; excarcelación; emancipación

Wiktionary Translations for autonomía:

Cross Translation:

From	To	Via
• autonomía	→ autonomie	↔ autonomy — self-government
• autonomía	→ afstand	↔ range — distance to the object
• autonomía	→ autonomie	↔ Autonomie — Möglichkeit, sich ohne ungewollten Einfluss von außen selbst organisieren zu können
• autonomía	→ autonomie; zelfbestuur	↔ autonomie — état de ce qui est autonome, qui n’obéit pas à la loi ou à la règle d’autrui.

Related Translations for autonomía