Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate afilador

Translate afilador from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

afilador:
- scharensliep; scheerriem
Wiktionary:
- afilador → aanzetstaal, scharensliep
- afilador → scharensliep, slijper, messenslijper, scharenslijper

Spanish

Detailed Translations for afilador from Spanish to Dutch

afilador:

afilador [el ~] nomen

el afilador (amolador)
de scharensliep
- scharensliep [de ~ (m)] nomen
el afilador (suavizador; asentador)
de scheerriem
- scheerriem [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for afilador:

Noun	Related Translations	Other Translations
scharensliep	afilador; amolador
scheerriem	afilador; asentador; suavizador

Related Words for "afilador":

afiladores, afiladora, afiladoras

Wiktionary Translations for afilador:

afilador

noun

huishouden|nld stalen pen met fijne groeven waarlangs men een mes kan halen om dat te slijpen
- aanzetstaal → afilador; chaira
man die vroeger langs de deuren ging om scharen en/of messen te slijpen
- scharensliep → afilador

Cross Translation:

From	To	Via
• afilador	→ scharensliep; slijper; messenslijper; scharenslijper	↔ repasseur — Personne qui repasse une lame
• afilador	→ scharensliep; slijper; messenslijper; scharenslijper	↔ rémouleur — Celui qui aiguiser les couteaux, les ciseaux, etc., au moyen d’une meule.