Interglot - "aprecio" translated from Spanish to Dutch

Remove Ads

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

aprecio:
- waardering; respect; achting; erkentelijkheid; dankbaarheid; waardebepaling; taxatie; schatting; waardeschatting; raming; erkentenis
apreciar:
- appreciëren; waarderen; op prijs stellen; prijzen; van een prijs voorzien
- appreciëren
Wiktionary:
- aprecio → waardering
- apreciar → hoogachten, taxeren, waarderen
- apreciar → prijzen, schatten, houden van, hechten aan, mogen, waarderen, beminnen, liefhebben, begroten, taxeren, achten, achting hebben voor, achting toedragen, hoogachten

Spanish

Detailed Translations for aprecio from Spanish to Dutch

aprecio:

aprecio [el ~] nomen

el aprecio (estima; respeto)
de waardering; het respect; de achting
- waardering [de ~ (v)] nomen
- respect [het ~] nomen
- achting [de ~ (v)] nomen
el aprecio (reconocimiento; agradecimiento; gratitud; valoración)
de erkentelijkheid; de dankbaarheid
- erkentelijkheid [de ~ (v)] nomen
- dankbaarheid [de ~ (v)] nomen
el aprecio (tasación; estimación; estimación del valor; cálculo; estima)
de waardebepaling; de taxatie; de schatting; waardeschatting; de raming
- waardebepaling [de ~ (v)] nomen
- taxatie [de ~ (v)] nomen
- schatting [de ~ (v)] nomen
- waardeschatting [znw.] nomen
- raming [de ~ (m)] nomen
el aprecio (reconocimiento; agradecimiento)
de erkentenis
- erkentenis [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for aprecio:

Noun	Related Translations	Other Translations
achting	aprecio; estima; respeto	deferencia; estima; estimación; prestigio; reputación; respeto
dankbaarheid	agradecimiento; aprecio; gratitud; reconocimiento; valoración	agradecimiento; gratitud; reconocimiento
erkentelijkheid	agradecimiento; aprecio; gratitud; reconocimiento; valoración	agradecimiento; gratitud; reconocimiento
erkentenis	agradecimiento; aprecio; reconocimiento
raming	aprecio; cálculo; estima; estimación; estimación del valor; tasación
respect	aprecio; estima; respeto	deferencia; estima; estimación; respeto
schatting	aprecio; cálculo; estima; estimación; estimación del valor; tasación
taxatie	aprecio; cálculo; estima; estimación; estimación del valor; tasación
waardebepaling	aprecio; cálculo; estima; estimación; estimación del valor; tasación
waardering	aprecio; estima; respeto	calificación
waardeschatting	aprecio; cálculo; estima; estimación; estimación del valor; tasación

Related Words for "aprecio":

aprecios

Synonyms for "aprecio":

amor; bienquerencia; inclinación; simpatía; apego
atracción; seducción; encanto; afecto; afección; propensión; afición
familiaridad; confianza; intimidad; compañerismo; amistad

Wiktionary Translations for aprecio:

aprecio

noun

het hechten van een waarde aan iets of het tonen daarvan
- waardering → aprecio; estima; estimación

aprecio form of apreciar:

apreciar verb

apreciar (agradecer; estimar)
appreciëren; waarderen; op prijs stellen
- appreciëren verb (apprecieer, apprecieert, apprecieerde, apprecieerden, geapprecieerd)
- waarderen verb (waardeer, waardeert, waardeerde, waardeerden, gewaardeerd)
- op prijs stellen verb
apreciar (valorar; estimar; calificar; decir al tanteo)
prijzen; van een prijs voorzien
- prijzen verb (prijs, prijst, prijsde, prijsden, geprijsd)
- van een prijs voorzien verb

Conjugations for apreciar:

presente

aprecio
aprecias
aprecia
apreciamos
apreciáis
aprecian

imperfecto

apreciaba
apreciabas
apreciaba
apreciábamos
apreciabais
apreciaban

indefinido

aprecié
apreciaste
apreció
apreciamos
apreciasteis
apreciaron

fut. de ind.

apreciaré
apreciarás
apreciará
apreciaremos
apreciaréis
apreciarán

condic.

apreciaría
apreciarías
apreciaría
apreciaríamos
apreciaríais
apreciarían

pres. de subj.

que aprecie
que aprecies
que aprecie
que apreciemos
que apreciéis
que aprecien

imp. de subj.

que apreciara
que apreciaras
que apreciara
que apreciáramos
que apreciarais
que apreciaran

miscelánea

¡aprecia!
¡apreciad!
¡no aprecies!
¡no apreciéis!
apreciado
apreciando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

apreciar [el ~] nomen

el apreciar
appreciëren
- appreciëren [znw.] nomen

Translation Matrix for apreciar:

Noun	Related Translations	Other Translations
appreciëren	apreciar
prijzen		alabar; enaltecer; glorificar
waarderen		apreciación; valoración; valorar
Verb	Related Translations	Other Translations
appreciëren	agradecer; apreciar; estimar
op prijs stellen	agradecer; apreciar; estimar
prijzen	apreciar; calificar; decir al tanteo; estimar; valorar	elogiar; ponderar
van een prijs voorzien	apreciar; calificar; decir al tanteo; estimar; valorar
waarderen	agradecer; apreciar; estimar

Synonyms for "apreciar":

admirar; estimar; respetar; honrar; venerar; tener en un altar
adorar; amar; considerar; querer; distinguir; justipreciar; valorar; idolatrar
aforar; tasar; medir
bienquistar
sentir; notar; advertir; reparar; comprobar; percibir; observar; ver; percatar
sopesar; tantear; calcular; ponderar; menospreciar

Wiktionary Translations for apreciar:

apreciar

verb

in hoog aanzien houden
- hoogachten → acatar; apreciar; estimar
(overgankelijk) schatten, de waarde bepalen.
- taxeren → apreciar; estimar; evaluar; tasar; valorar; valuar
op prijs stellen
- waarderen → apreciar

Cross Translation:

From	To	Via
• apreciar	→ prijzen; schatten	↔ prize — to consider something highly valuable
• apreciar	→ houden van; hechten aan; mogen; waarderen; beminnen; liefhebben	↔ aimer — ressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.
• apreciar	→ hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten	↔ apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
• apreciar	→ begroten; schatten; taxeren; waarderen	↔ taxer — (vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit.
• apreciar	→ begroten; schatten; taxeren; waarderen	↔ évaluer — estimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée.