Summary
Spanish to Dutch: more detail...
- banal:
-
Wiktionary:
- banal → banaal
- banal → banaal, afgezaagd, alledaags, gewoontjes, nietszeggend, plat
Spanish
Detailed Translations for banal from Spanish to Dutch
banal:
-
banal (vulgar; inferior)
-
banal (desaseado; a sotavento; menos; basto; criminal; bajo; vulgar; burdo; añejo; deshonroso; bajamente; malo; bruto; trivial)
-
banal (corriente)
triviaal; onbelangrijk; futiel; nietsbetekenend; weinigzeggend; onbenullig; onbetekenend; onbeduidend; nietszeggend-
triviaal adj
-
onbelangrijk adj
-
futiel adj
-
nietsbetekenend adj
-
weinigzeggend adj
-
onbenullig adj
-
onbetekenend adj
-
onbeduidend adj
-
nietszeggend adj
-
Translation Matrix for banal:
Related Words for "banal":
Wiktionary Translations for banal:
banal
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• banal | → banaal | ↔ banal — common |
• banal | → afgezaagd; alledaags; banaal; gewoontjes; nietszeggend; plat | ↔ banal — (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde. |
External Machine Translations: