Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. deshechar:


Spanish

Detailed Translations for deshechar from Spanish to Dutch

deshechar:

deshechar verb

  1. deshechar (sacarse)
    van zich afzetten
    • van zich afzetten verb (zet mij van zich af, zet je van zich af, zette mij van zich af, zetten ons van zich af, zich van zich afgezet)

Translation Matrix for deshechar:

VerbRelated TranslationsOther Translations
van zich afzetten deshechar; sacarse