Interglot - "diario" translated from Spanish to Dutch

el diario (periódico; gaceta)
de krant; het dagblad; de courant
- krant [de ~] nomen
- dagblad [het ~] nomen
- courant [de ~] nomen
el diario (libro diario; telediario; noticiario)
het dagboek; het journaal
- dagboek [het ~] nomen
- journaal [het ~] nomen
el diario (telediario; noticiario)
het journaal; het nieuwsjournaal
- journaal [het ~] nomen
- nieuwsjournaal [het ~] nomen
el diario (periódico)
de nieuwsblad
- nieuwsblad [de ~] nomen
el diario
het logboek
- logboek [het ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
courant	diario; gaceta; periódico
dagblad	diario; gaceta; periódico
dagboek	diario; libro diario; noticiario; telediario
journaal	diario; libro diario; noticiario; telediario	informe; noticia
krant	diario; gaceta; periódico	periódico
logboek	diario	cuaderno de bitácora; diario de a bordo; diario de navegación; registro
nieuwsblad	diario; periódico
nieuwsjournaal	diario; noticiario; telediario
Adjective	Related Translations	Other Translations
courant		a la moda; aceptado; acostumbrado; así como así; como siempre; común; comúnmente; corriente; de moda; en circulación; habitual; mundano; normalmente; ordinario; usual; vendible
daags	al día; de cada día; de todos los días; diario
dagelijks	diario
Modifier	Related Translations	Other Translations
dagelijkse	diario

diario

noun

klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws
- dagblad → diario; periódico
een boek waarin men dagelijks zijn wederwaardigheden neerschrijft
- dagboek → diario
dagboek
- diarium → diario

Cross Translation:

From	To	Via
• diario	→ dagelijks	↔ daily — that occurs every day
• diario	→ dagblad	↔ daily — a newspaper that is published every day
• diario	→ dagboek	↔ diary — daily log of experiences
• diario	→ dagblad; krant	↔ Zeitung — gedrucktes, in kurzen und regelmäßigen Abständen herausgegebenes Nachrichtenmedium; veröffentlicht vor allem aktuelle Nachrichten
• diario	→ dagboek; logboek; scheepsjournaal; dagblad; blad; krant; courant; nieuwsblad	↔ journal — document qui recenser par ordre chronologique les événements pour une période donnée.
• diario	→ daags; alledaags; dagelijks	↔ quotidien — De chaque jour. (Sens général).

Translate diario from Spanish to Dutch